Curuba, ook wel bananenpassievrucht of tacso genoemd, is een zoete vrucht die familie is van de passievrucht. In tegenstelling tot de passievrucht is Curuba langgerekt, met een geel-groene schil. Het aroma van de Curuba is uniek en lekker tropisch. In Zuid-Amerika wordt Curuba vaak gebruikt om vers fruitsap van te maken, maar Curuba is ook lekker om zo uit te lepelen.
Curuba heeft een tropische, zoetzure smaak. Alhoewel de vrucht lijkt op passiefruit, is het aroma van curuba toch echt uniek. De smaak gaat volgens sommigen zelfs richting perzik.
Vraag het maar aan de Colombianen: van curuba kan je ontzettend lekker fruitsap maken! Snij de vrucht open en doe het vruchtvlees samen met wat melk en suiker in de blender. Zeef daarna de harde stukjes en zaadjes eruit en klaar is je verse glas curubasap! Curuba is natuurlijk ook harstikke lekker om gewoon uit te lepelen, of om in desserts te verwerken. Gebruik de pitjes van de curuba bijvoorbeeld over ijs.
Bewaar de verse Curuba’s op de fruitschaal, daar blijven ze ongeveer een week goed.
Wanneer de schil gaat verrimpelen, is de passievrucht rijper en het vruchtvlees zoeter. Als ze echt rijp zijn, bewaar je ze in de koelkast.