Sterappeltjes zijn omstreeks 1830 ontstaan en was een heel bekend ras in Nederland en België. De appel heeft lichtroze vruchtvlees met een stervormig klokhuis omringt door rode lenticellen.
De appel wordt vroeg geoogst, maar dan volgt een proces van lang narijpen om de mooie kleur en lekkere smaak te krijgen. Dat is een heel proces. De appels worden in de boomgaard op lange rijen stro gelegd om in de zon te kleuren. Ze worden regelmatig met water besproeid om uitdroging te voorkomen. Bij te felle zon worden de appeltjes weer afgedekt tegen verbranding.
Als het appeltje een mooie kleur heeft, worden de appels gedraaid en wordt het proces herhaald.
Vandaar ook dat het appeltje rondom rood gekleurd is.
Sterappeltjes zijn prachtig op te poetsen en traditioneel horen ze met Kerst op de fruitschaal te liggen. Ze zijn namelijk onlosmakelijk met Kerst verbonden. Je kent deze appels ook wel uit de kerststukjes.